Ontwerpen

Decentrale WTWs

Indien je een ventilatiesysteem gaat aanleggen met decentrale WTWs, dan is het ontwerp relatief eenvoudig. Het is zeer aan te raden om voor alle muurdoorvoeren een constructieberekening te laten doen. Dit kan je doen door bijvoorbeeld foto’s te maken van de mogelijke plekken waar je deze wilt hebben, en deze samen met de bouwtekeningen van de woningen op te sturen. Constructieshop.nl is een partij die dit bijvoorbeeld voor je kan doen. Hieronder een foto hoe je op basis van een eenvoudige plattegrond kan aangeven op welke plekken je muurdoorvoeren overweegt voor decentrale WTWs.

Voorbeeld input constructieberekening

Op basis van deze plattegrond + foto’s en bouwtekening krijg je een rapport terug met daarin het advies. Een voorbeeld daarvan hieronder.

Constructieberekening output

Op basis van dit advies kan je een eindontwerp maken.

Centrale balansventilatie met WTW

Het ontwerpen van een centrale balansventilatiesysteem is een stuk meer werk. Je zult nu allereerst moeten bepalen waar de WTW unit komt te staan. Dit is doorgaans een vrij grote kast. Deze heb je in hangende varianten en in staande varianten. In enkele gevallen zelfs liggend. De keuze voor een WTW bespreken we later. Echter, de kast + buizen zullen flink wat ruimte innemen. Het is dus belangrijk om te beginnen in je ontwerp met de locatie van de WTW.

Daarna ga je bezig met het ontwerpen van het buizenplan.

Eerder heb je een ventilatieberekening gemaakt waarmee je hebt bepaald hoeveel debiet (m3/h) je per ruimte nodig hebt. En de stap daarvoor heb je al bepaald waar kanalen kunnen komen.

Nu zal je met deze twee gegevens moeten uitrekenen welke diameter kanalen je nodig hebt. Hiervoor is een zeer handige mobiele App beschikbaar voor Android: Vent Tools. En voor IOS. Hiermee kan je een kanaalberekening doen om de diameter per kanaal te bepalen. Daarvoor heb je het debiet nodig in m3/h. Hieronder zie je een voorbeeld.

Kanaalberekening met Vent Tools

Hoe ga je nu te werk:

  1. Begin bij de eindkanalen naar de ventielen in de ruimtes
  2. Voer het luchtdebiet in dat je nodig hebt voor de ruimte. In bovenstaande voorbeeld 68 m3/h
  3. Verlaag de luchtsnelheid totdat een diameter bereikt wordt die je kwijt kunt naar de ruimte.
  4. Probeer de luchtsnelheid onder de 2 m/s te houden, zeker bij de eindkanalen naar de ventielen.
  5. In bovenstaande voorbeeld is een diameter van 125mm (standaard spirobuismaat) voldoende om de ruimte van 68 m3/h ventilatie te voorzien met een maximale luchtsnelheid in het kanaal van 1.6m/s (prima dus).
  6. Je zult nu enkel nog realistisch moeten zijn over het debiet wat je door het ventiel kunt krijgen. Er zijn ventielen die 70 m3/h zonder teveel geluidsoverlast kunnen doorvoeren. Heb je meer nodig, dan zal je met meerdere ventielen moeten werken in de ruimte, en dus ook meerdere kanale

Je kan er al vanuit gaan dat voor de natte ruimtes in enkele gevallen 2 ventielen nodig gaat hebben per ruimte, en dus extra buizen. Dit komt omdat je vaak meer ruimtes hebt waarin je schone lucht wil aanvoeren, dan ruimtes waarin je vieze lucht wil afvoeren (keuken, badkamer, wc). En het ventilatiesysteem moet in balans blijven.

Nu zal je een buizenplan moeten maken om van je centrale WTW unit naar elke ruimte.

Hierbij heb je twee opties:

  1. Elke ruimte krijgt zijn eigen buis. Dit kan bijvoorbeeld met een flexibele ventilatieslang zoals deze van Vent Axia uniflexplus.
  2. Je koppelt de doorvoerbuizen (spirobuizen) naar de ruimtes aan elkaar. Hierdoor moet je een steeds grotere diameter gebruiken.

Flexibele ventilatieslang

De Flexibele ventilatieslang is een vrij eenvoudige manier om een buizenstelsel aan te leggen. Zie hieronder een foto.

Elk ventiel krijgt één of meerdere slangen gekoppeld die helemaal doorlopen naar de WTW unit. Daar koppel je ze aan een collectorbox (hierboven). De collectorbox sluit je aan op de WTW. De diameter van de vent axia uniflexplusbuis is 90mm. Echter, de binnendiameter is slechts 78mm. Stel dat je 68 m3/h debiet nodig hebt, dan zal je dus met de Vent Tool moeten berekenen hoeveel flexibele buizen je nodig hebt naar elke ruimte. Neem hiervoor bijvoorbeeld de helft van 68 m3/h (34 m3/h). Bereken de luchtsnelheid met dit debiet zodat de diameter op 78mm uit komt. Het resultaat is 2m/s. Dit betekent dat twee flexibele buizen van 78mm binnendiameter een ventiel van 125mm kunnen voorzien van 68 m3/h debiet, met een maximale luchtsnelheid van 2m/s. En dat is prima. Kort gezegd, elke flexibele slang kan 34 m3/h debiet naar een ventiel brengen. Heb je dus twee of zelfs drie slangen nodig naar één ventiel. Dan moet je een ventielcollector gebruiken zoals deze.

Spirobuizen

Een kanalenstelsel maken met spirobuizen is passen en meten vanwege de niet flexibele vorm. De spirobuizen zal je met hoek, T-stukken en Y-stukken moeten koppelen. De stelregel is: bij de WTW gebruik je de grootste diameter. Na elke splitsing kunnen de buizen een kleinere diameter hebben. De buis bij het plafondventiel heeft dan de kleinste diameter. Doorgaans wil je een plafondventiel van 125mm hebben, en dus door je plafond een spirobuis plaatsen van 125mm.

De WTW zelf heeft ook een uitgang van een bepaalde diameter. Deze is meestal 160, 180 of 200mm. Sommige WTWs hebben meerdere zones, dus dan heb je bijvoorbeeld 2x 160mm afvoer en 2x 160mm aanvoer. Er kunnen dan 4 spirobuizen op de WTW aangesloten worden.

Nu weet je de diameter waarmee je start (bijvoorbeeld 180mm) en de diameter waarmee je eindigt (bijvoorbeeld 125mm). Je zal nu het kanalenstelsel volledig moeten uittekenen, en opmeten in je woning. Je gebruikt dan wederom de Vent Tool app om na elke splitsing te berekenen met welke diameter je een voldoende lage luchtsnelheid kunt behalen (richt op 2m/s). Hiervoor kan je gebruik maken van de functie in Vent Tools om de luchtdebiet te berekenen. Stel je kanaal is 180mm en je wilt er maximaal 2m/s luchtsnelheid in hebben, dan kan er 183 m3/h door heen. Stel dat er na het 180mm kanaal een T-koppeling zit van 180-125-180mm. Dan tak je dus een buis van 125mm af. Stel dat je daar 50 m3/h door laat stromen (geregeld door het plafondventiel), dan gaat over de resterende 180mm buis nog maar 133 m3/h. Je zou dan de buis van 180mm kunnen verkleinen naar 160mm. Dan heb je ne het T-stuk nog steeds een luchtsnelheid van maximaal 2 m/s. En zo ga je verder tot je bij al je platfondventielen bent.

Het intekenen en meten is een behoorlijke klus, en als je bezig bent zal je toch ook weer andere onderdelen nodig hebben. Stel je dus erop in dat je veel inkoopt en veel retourneert.

De eerder genoemde Optivent rekentool van WTCB kan je ook gebruiken om de spirobuis kanalen in te tekenen. De tool rekent daarna in elke buis ook de luchtsnelheid uit. En aan het einde van de berekening ook een bestellijst van aantal onderdelen en lengtes. Hieronder een voorbeeld van een buizenstelsel ingetekent in de Optivent rekentool.

Combineren spirobuizen en flexibele slangen

Wellicht wil je een combinatie maken tussen spirobuizen en flexibele slangen. Bijvoorbeeld door spirobuizen te gebruiken naar de afvoerruimtes (natte ruimtes zoals badkamers, wc en keuken), en flexibele slangen naar de aanvoerruimtes (slaapkamers, woonkamer, werkkamers).

Spirobuis kan je ook combineren met thermisch geïsoleerde flexibele slangen zoals op onderstaande foto. Dit kan handig zijn om lastige bochten te maken. Houd er wel rekening mee dat afvoerkanalen sneller vies worden, want deze verzamelen stof. Het schoonmaken van spirobuizen is eenvoudig. Als je flexibele buizen ertussen hebt zitten, dan zouden deze bij het schoonmaken kunnen beschadigen. Dit hoef je niet vaak te doen (eens per 8 jaar ongeveer). Maar houd er rekening mee dat je t.z.t. dan een stuk flexibele buis moet vernieuwen.

Geluidsdempers

In het ontwerp dien je rekening te houden met geluidsdempers. De WTW unit heeft ventilatoren, en deze produceren geluid met een frequentie die door de leidingen heen resoneren, helemaal tot aan de plafondventielen. Zonder geluidsdempers loop je risico op geluidsoverlast. De aan- en afvoerkanalen naar en van de ruimtes in de woning dien je te voorzien van een geluidsdemper. Deze zijn er in rechte spiro vorm, maar ook flexibel zoals op bovenstaande foto. De fabrikant van de WTW geeft in enkele gevallen aan welke geluidsdemper geschikt is voor de geluidsfrequenties van de WTW. Maar een willekeurige geluidsdemper zal ook al goed helpen, mits deze niet te kort is. Probeer minimaal 100cm lengte geluidsdemper per kanaal te plaatsen, zo direct mogelijk na de WTW. Indien mogelijk 150cm. Je kan natuurlijk ook meerdere geluidsdempers in een kanaal plaatsen, als er verderop in het buizenstelsel meer ruimte is. Het is geen gek idee om ook naar de afvoer een geluidsdemper te plaatsen als je je zorgen maakt over geluidsoverlast voor de buren. Een WTW die op volle toeren draait, zonder geluidsdemper in de afvoer naar buiten, zal je buiten de woning duidelijk kunnen horen.

Daarnaast zijn er nog ronde geluidsdempers die je net voor het plafondventiel kunt plaatsen. Hiermee kan je met name voorkomen dat een ventiel gaat fluiten bij een hoog debiet. Deze ronde geluidsdempers zijn echter geen vervanging voor de geluidsdempers in het ventilatiekanaal zoals hierboven beschreven.

Zoals je op bovenstaande foto kunt zien is er door alle buizen behoorlijk veel werkruimte nodig om de WTW heen. Daarnaast zal je de WTW moeten kunnen onderhouden, en de filters vervangen. De fabrikant van de WTW geeft in de handleiding als het goed is aan hoeveel ruimte je om de WTW moet vrij houden voor werkruimte. Ga dit ook zeker in de praktijk na voordat je de WTW plaatst. Zodat je later voor onderhoud er altijd goed bij kunt.

Filter

Besluit ook of je genoeg hebt aan de standaard filters in de WTW. De meeste WTW producenten leveren verschillende soorten filters, die in elk geval pollen kunnen filteren. Echter, rookluchtfilters in de WTW zijn niet standaard aanwezig. Mocht je dus meer willen filteren dan je WTW kan, dan zou je een aparte filter kunnen plaatsen, zoals de Brink pure induct. Deze plaats je meestal in de aanvoer naar je woning. Heb je echter een WTW met meerdere zones, dan wil je wellicht niet meerdere filters plaatsen. In dat geval kan je de filter ook in de aanvoer van buiten plaatsen. Echter zal je dan rekening moeten houden met condensatie van koude lucht van buiten en de warmte lucht in het ventilatiehok. De pure induct is niet geïsoleerd. Dit zal je dan zelf moeten doen, zoals op bovenstaande foto (filter achteraan met zwarte isolatie).

Zones

Het is mogelijk de woning op te delen in meerdere zones. Er zijn WTWs met twee zones voor aanvoer en twee zones voor afvoer. Duco heeft kleppen die in de buizen geplaatst kunnen worden, waardoor een groter aantal zones gemaakt kan worden.

Zoneren is handig, want dit bespaart je energie, warmteverlies en bovenal geluidsoverlast. Meest gangbaar is een slaapzone en een woonzone. Overdag is de woonzone actief. En ’s nachts de slaapzone. De WTW zal hierdoor waarschijnlijk nooit boven de 60-70% van de capaciteit ventileren, waardoor de geluidsoverlast een stuk lager is.

Er zijn dan doorgaans ook twee afvoerzones. Logisch is een zone voor de keuken en een zone voor de natte ruimtes (badkamers, wcs). Voordeel is dat als je de douche gebruikt je de badkamer zone kan verhogen, zonder de gehele woning op het maximale debiet te ventileren (wat geluidsoverlast kan geven).

Wanneer je kleine kinderen hebt zouden beide aanvoerzones in de avond tegelijkertijd actief kunnen zijn. Of kinderen die op de slaapkamer ook overdag studeren. Dan gaat de WTW wel naar zijn maximale vermogen.

Met het thuiswerken dat tegenwoordig gangbaarder is zal je ook moeten bepalen bij welke aanvoerzone je de werkkamers plaatst. Meest gangbaar is bij de woonzone. Tenzij je natuurlijk op een slaapkamer werkt.

Zoneren betekent wel wat voor je ontwerp. Je zal alle buizen van een zone bij elkaar moeten brengen via bijvoorbeeld een collectorbox, en deze dan op de WTW aansluiten.