Ventilatiesystemen zijn er met warmteterugwinning (wtw) en zonder warmteterugwinning. Warmteterugwinning is een eenvoudige techniek die ook in auto’s en hybride warmtepompen wordt toegepast. Hierbij wordt warmte van de uitgaande lucht (of water) opgevangen, om het weer af te geven aan de inkomende lucht.
Volgens de BENG-regelgeving (Bijna Energie Neutraal Gebouw) is het niet vereist is om een ventilatiesysteem met WTW te installeren. Echter, wil je toe naar een energiezuinig huis, dan is het raadzaam wel een ventilatiesysteem met WTW te kiezen. Je houdt namelijk 90-95% van de warmte binnen, terwijl je toch ventileert.
Ventilatiesystemen die met roosters in ramen en een centrale ventilatie unit werken, winnen dus nooit warmte terug. Koude lucht wordt aangezogen van buiten, en warmte lucht wordt centraal afgevoerd.
Kies je voor een ventilatiesysteem met WTW, dan zijn er drie mogelijke oplossingen:
- Decentrale WTWs. In elke (te ventileren) ruimte wordt een ventilatie unit geplaatst. Deze zal in een buitenmuur geplaatst moeten worden.
- Centrale balansventilatie met WTW. Er is maar 1 afvoer en 1 aanvoer van lucht voor de gehele woning. De lucht wordt aan- en afgevoerd via een systeem van buizen in de woning.
- Een combinatie van decentrale WTWs en centrale balansventilatie met WTW.
Decentrale WTWs
De voordelen van decentrale WTWs zijn:
- Je kunt de ventilatiebehoefte per ruimte goed instellen
- Indien je een buitenmuur hebt is dit altijd plaatsbaar
- Eenvoudig te installeren: gat boren in de buitenmuur en aanleg elektra.
- Mogelijk goedkoper dan een centraal systeem, want je hebt geen buizen nodig
De nadelen van decentrale WTWs zijn:
- Waarschijnlijk meer geluidsoverlast, want elke te ventileren ruimte heeft een ventilator in de unit. Extra geluidsdempers zijn niet te installeren op een decentrale WTW.
- Meer gaten nodig in de buitenschil van de woning.
- Neemt muurruimte in. decentrale WTWs voor plafonds / platte daken zijn er niet.
- Elektra nodig bij elke muurdoorvoer.
- Meer apparaten, dus meer onderhoud
- Voor grote ruimtes, zoals woonkamers is het lastig de ventilatiedoelstelling te behalen. Sommige units zijn te koppelen, maar dan heb je dus meerdere units nodig voor 1 ruimte.
- Goede ventilatiestroom door gehele ruimte kan uitdagend zijn. Zeker bij grote ruimtes, waarin een deel van de woning bijvoorbeeld een glazen pui heeft.
- Beperkte keuze uit filters, en enkel van de producent zelf
Centrale balansventilatie met WTW
De voordelen van een centrale balansventilatie zijn:
- Na goed dimensioneren relatief stil. Er is slechts één ventilatie unit en de ruimte waarin deze staat kan ook nog met geluidsisolatie bekleed worden. Plaatsen van dempers tevens eenvoudig.
- De unit is krachtiger en de ventilatie doelstellingen zijn makkelijker te behalen.
- Slechts één unit nodig, en deze is meestal eenvoudig te onderhouden.
- Er is een ruime keuze aan centrale ventilatie units.
- De aangevoerde lucht kan centraal gefilterd worden. Naar keuze kunnen filter units bijgeplaatst worden, zoals voor rook en geur van hout stook, of pollen.
- Optioneel een luchtbevochtiger bij te plaatsen.
De nadelen van een centrale balansventilatie zijn:
- De gehele woning moet in balans zijn. De totale aan- en afvoer moet gelijk zijn. Voor het inregelen is extra meetapparatuur nodig.
- De deuren moeten voldoende ruimte aan de onderkant hebben, zodat de ventilatielucht van de ene naar de andere ruimte kan stromen (overstroomvoorziening).
- Indien niet aanwezig zal een stelsel van buizen en kanalen aangelegd moeten worden. Afhankelijk van het huis kunnen deze in het zicht komen.
Combineren decentrale en centrale WTW
Het combineren van decentrale en centrale WTW kan uitkomst bieden als het bijvoorbeeld niet lukt naar één ruimte, of één verdieping kanalen te brengen. De ruimte met decentrale WTW dient dan wel gescheiden te zijn van de zone waarin de centrale WTW de ventilatie regelt. De deurdoorvoer zal dan juist gesloten moeten worden. Hierdoor blijft het mogelijk de centrale WTW in balans te brengen.
Advies
Plaats een centrale balansventilatie met WTW, tenzij dit niet mogelijk is. Onderzoek hiervoor je huis nauwkeurig, voordat je een besluit neemt:
- Inspecteer de bouwtekening van de woning. Mocht je deze niet hebben, dan is deze mogelijk wel te vinden in het gemeente of provincie archief.
- Welke opties zijn er om buizen te trekken?
- Is er een oud schoorsteenkanaal die je kunt hergebruiken? Bepaal de afmetingen van het kanaal.
- Zijn er verborgen koven in de woning?
- Zijn er verlaagde plafonds waar flexibele buizen over kunnen lopen? Dit kan je inspecteren met een endoscoop.
- Knieschotten onder een schuin dak
- Loze ruimtes of hoekjes
- Kan je een garage gebruiken om kanalen naar de benedenverdieping te brengen?
- Is opbouw mogelijk? Kan je deze kanalen ook goed en mooi afwerken?
- Let hierbij wel goed op bouwkundige aspecten. Met name boringen door vloeren en buitenmuren kunnen niet altijd, en niet overal.
- Kanalen dienen door de verwarmde binnenschil van de woning te lopen. Via kanalen buiten de woning, en zelfs een onverwarmde garage, zal er warmteverlies optreden.
Lees meer